Historisch gezien was Koudum altijd al gezegend met een vruchtbaar tuinbouwgebied, gelegen op de zuidelijke helling van de hoge zandrug waarop het dorp gebouwd is. Van de late jaren ’30 tot de vroege jaren ’60 was er in Koudum een openlucht groenteveiling genaamd Vendu Tivoli. Onder dezelfde naam bundelden Koudumers in 2005 hun krachten om de ingestorte kassen te redden en daarmee de agrarische reputatie van het dorp hoog te houden. In 2013 namen Daan Trimpe en Stephanie Hoekstra het tuinbouwcomplex over van Sytze en Betsy van der Wal. Dit maakt hun kwekerij aan de Nieuweweg het laatst overgebleven tuinbouwbedrijf in Koudum.

Kwekerij Trimpe

In 2013 verhuisde Daan vanuit de Achterhoek naar Friesland voor zijn partner Stephanie. Vanwege het gebrek aan werkgelegenheid tijdens de economische crisis werd hij door zijn schoonvader gewezen op een beschikbare tuin in Koudum. Ondanks dat hij al enkele jaren een agrarische opleiding had afgerond, stond het niet bovenaan zijn lijst om daadwerkelijk groenteteler te worden. Om te ontdekken of dit de richting was die hij wilde inslaan, besloot hij één seizoen mee te draaien op de tuin. Na deze periode besloot hij de grond daadwerkelijk te kopen en zijn weg te vervolgen als groenteteler.

Daan beheert een opmerkelijk stuk land, dat een speciale betekenis heeft voor de beroemde Koudumer Beantsjes en de Koudumer blomkoal. Dit speciale land is rijk aan voedingsstoffen en heeft een unieke samenstelling van zwarte zand- en leemgrond, ontstaan tijdens de ijstijd. De tuin van Daan bevindt zich op de zuidelijke helling van het dorp, dat vroeger een bekend tuindersdorp was. Op de stukjes land naast Daan’s terrein vind je misschien nog kleine moestuinen, maar grootschalige groenteteelt is hier niet meer te vinden. Daan is de laatst overgebleven professionele teler van de befaamde Beantsjes. De inwoners van Koudum hebben nog steeds een voorliefde voor de smaak van verse groenten van eigen bodem. Niet zonder reden dragen de inwoners van Koudum nog steeds de bijnaam “Koudumer Beantsjes”. Deze bonensoort onderscheidt zich door zijn stevige en zoete karakter, en trekt mensen vanuit diverse regio’s naar dit dorp. Ongeveer 70 procent van de producten die hij teelt, wordt direct vanaf zijn kwekerij verkocht! Een deel van zijn producten vindt via De Streekboer zijn weg naar andere klanten in het noorden, en Daan levert ook groenten aan restaurants in de regio en aan lokale boerderijwinkels. Hij benadrukt het belang van lokaal inkopen voor de gemeenschap. Dit is gunstig niet alleen voor individuele consumenten en ondernemers, maar ook voor het algehele landschap. “Een gevarieerde moestuin heeft klanten nodig; anders verandert het in een weiland.” Hiermee wil de teler duidelijk maken dat initiatieven als deze bijdragen aan de leefbaarheid van een dorp.

Het Koudumer Beantsje is al meer dan een eeuw lang een bron van trots voor dit tuindersdorp. Dit beantsje is geen gewone sperzieboon maar een stevige variant zonder draden. Kwekerij Trimpe is de enige commerciële teler van dit bijzondere boontje. Sinds 2005 is het Koudumer Beantsje erkend als streekproduct, wat nieuwe belangstelling en culinaire erkenning teweegbracht, resulterend in een explosieve stijging in de vraag. Sperziebonen is een bewerkelijk product dat van de kweker veel aandacht vraagt. Het opkweken van de gevoelige plantjes om zo vroeg mogelijk in het jaar te kunnen leveren vergt veel aandacht. Koudumer Beantsjes worden één voor één met de hand geplukt, bij goed beheer kan een ervaren plukker meerdere malen plukken van dezelfde plant, het is zaak dat alleen de exemplaren die klaar zijn geplukt worden. Ook dit vergt veel uren en vakmanschap. Koudumer Beantsjes werden van oudsher aangeprezen met de slogan: “dubbele witte zonder draad”. Dubbele witte is een oud ras dat de basis vormde voor de veredeling. Bij de veredeling lette men voorheen vooral op opbrengst en kwaliteit. Moderne rassen zijn doorgekweekt op eigenschappen om machinaal makkelijk geoogst te kunnen worden, deze rassen zijn minder geschikt voor de handmatige pluk. De variëteit die de laatste 20 jaar in Koudum wordt gebruikt is een product van de veredeling uit de jaren 60 en 70. Deze soort leent zich goed voor de Koudumer omstandigheden en handmatige pluk. Ieder jaar wordt zaad gevangen voor het zaaigoed van volgend jaar. Het Koudumer Beantsje wordt geoogst van eind juni tot eind oktober. Dit jaar is de oogst helaas wel wat tegengevallen. Dit heb je misschien bij ons ook gemerkt als de ietwat beperkte oplage al was uitverkocht. Volgens Daan zijn er verschillende oorzaken voor de beperkte hoeveelheid beantsjes dit jaar. Voornamelijk de eerdere aanhoudende droogte dit jaar zorgde dat veel zaden helaas niet opkwamen.

Hoewel het beantsje de trots van het dorp is, waren bloemkolen van oudsher het belangrijkste handelsproduct op de Vendu Tivoli-veiling. Het microklimaat aan de beschutte kant van de zandrug zorgde ervoor dat Koudumers als eersten de bloemkolen konden oogsten. Voor zowel hun kolen als bonen gebruikten de Koudumers de traditionele “weeuwenteelt”. Hierbij werd in de herfst gezaaid, overwinterden jonge plantjes beschermd in koude bakken, om in het voorjaar (zonder verwarming) in kassen en open grond verder te groeien.

Los van deze producten teelt Daan nog veel meer groentes! Op dit moment heeft hij o.a. nog volop andijvie en vleestomaten beschikbaar. Laten we die nu net in de ledenaanbieding hebben gedaan de komende week. Sla dus voor deze producten vooral deze week je slag hier!

En voor de beantsjes blijft gelden… wie het eerst komt, die het eerst maalt!

Geef een reactie

whatsapp knop