In Jubbega, aan de Schoterlandseweg, graast een kleine kudde geiten rondom het boerderijtje van Doetie Trinks.
Na haar studie is Doetie op een laboratorium in Engeland gaan werken, maar heeft als geboren boerendochter altijd binding gehouden met het leven op het platteland.
Het boerenleven bleef trekken en sinds 5 jaar woont ze weer in Jubbega, waar haar woonerf is omgetoverd tot een kleinschalige geitenboerderij.
Destijds begonnen met 6 geiten, wordt nu de melk geleverd door ruim 30 geiten en groeit het bedrijf nog steeds.
De geiten grazen rondom de boerderij in de graslanden waar niet gestrooid wordt met kunstmest. In het gras zitten zo’n 50 verschillende soorten kruiden en dat vind je terug in de melk en proef je in de kazen.
In de zelf gefabriceerde melkstal worden elke ochtend in alle vroegte de geiten gemolken en van de melk maakt Doetie ook zelf de kaas.
Er zijn tot nu toe twee soorten kaas; witschimmel kaas en halfharde geitenkaas.
De witschimmel heeft een mooi laagje witschimmel aan de oppervlakte, soms ook een laagje houtas. Alles aan deze kaas is eetbaar.
De halfharde kazen hebben een natuurgerijpte korst, ze worden gevormd door middel van persen en een pekelbad. Het maken van de korst op deze manier is arbeidsintensiever maar is ook terug te vinden in de smaak van de kaas. Ook van deze kaas is de korst eetbaar.
De soorten die ze maakt zijn uniek in Nederland en elke kaassoort heeft weer zijn eigen authentieke smaak.