Geschreven door Monique
Een tijdelijke collega (uit Groningen) biecht mij na een paar weken voorzichtig op: ‘Ik vind het zo’n lastige combinatie…’
Ik ben zelf een Brabantse Fries maar blijkbaar al genoeg verfriest om eerst verbaast te zijn. ‘Hoezo, zeg ik daarom wat verward?
‘Nou een kattenlijkje en dan vlees verkopen uit de buurt’. Ze kijkt er echt een beetje bang bij.’
Oh, nee joh. In Friesland zijn namen soms even wat anders dan je gewend bent. Ik weet het niet precies meer hoor, maar ik had er iets over gehoord bij de Friese les die ik volgde toen ik hier net kwam wonen. Kat is kennelijk en verwijzing naar arme grond, rondom Heerenveen is dat nu eenmaal zo. En lijk (Lik in het Fries) komt van Leek wat dan weer verwijs naar het Engelse Lake omdat ze er een meertje of beek mee bedoelde. Dus tja, tis van oudsher gewoon een dorpje bij een watertje met arme grond. Niet meer en niet minder. 😉
Dat er qua landbouw dus arme grond in de omgeving van Katlijk ligt zorgt er dan wel weer voor dat het juist rijke natuurgronden zijn. Daarom kunnen de runderen van hier grazen op natuurgrond. Dat is vergelijkbaar met het bedrijf “Oer de Wiel, daar grazen de koeien ook op natuurgrond en worden niet gemolken. Echte vleeskoeien dus. In deze gebieden kun je geen andere vorm van landbouw plegen dus dat past in het plaatje van de hervormingen die wij voor ogen hebben: Veel minder dierlijke product produceren per gebied en dat wat je wel produceert bij voorkeur daar waar geen andere gewassen kunnen groeien.
Bovendien, en dat is best uniek, mogen ze hier bij Streekwinkel Katlijk zelf slachten. Jorrit doet dat. je ziet hem met zijn vriendin op de foto. Ze staan bij een prachtig dier en Jorrit zegt: Bij de geboorte ging het niet god. Moeder heeft het niet overleeft helaas. Ik heb met de fles zelf gezorgd dat het met het kalf wel goed zou komen. En dat is gelukt. het is en heel mooi en vriendelijk dier. je ziet de leifde die Jorrit voor dit en alle andere dieren op het bedrijf heeft. Als je vlees produceert, dan is dít de manier! Als dieren aan het einde van hun leven zijn worden ze normaal naar de slachterij gebracht. En dan kun je als die nog zo’n mooi leven in de natuur hebben gehad. Als je laatste ritje veel stress heeft gegeven dan zijn er stresshormonen vrijgekomen. Dat heeft invloed op het vlees. Zo zonde dus. Als je kunt slachten op eigen terrein neem je de stress voor het grootste deel weg.
En ja, altijd als je het zo plastisch opschrijft voel je de spanning. Slachten voor onze vleesconsumptie. Het schuurt altijd wat. Daarom zou vlees ook eigenlijk en zeer schaars product moeten zijn. We hebben het feitelijk maar in kleine hoeveelheden nodig. We kunnen zelfs zonder als we op de lange duur een aantal vitamine en mineralen aanvullen.
Jullie weten al hoe wij er over denken: niet veel voor weinig, maar weinig voor een eerlijke prijs. Vlees dat goedkoop is… het kan gewoon niet kloppen. Het advies als je om wilt schakelen naar minder en beter vlees maar denkt dat je het niet kunt betalen? Kijk eens hoeveel je nu uitgeeft aan vlees (vleeswaren op brood en dat wat je eet bij je warme maaltijd), houdt dat bedrag voorlopig aan maar kies voor een veel hogere kwaliteit vlees. Dan proef je aller eerst het verschil. Je gaat de porties waarschijnlijk verdelen en bovendien kom je er achter dat een paar keer per week het vlees gewoon weglaten helemaal niet meer moeilijk is.
Durf te wedden dat het bedrag dat je aan goed vlees uitgeeft na een tijdje zelfs lager word dan het bedrag dat je in het verleden aan de kiloknallers uitgaf. 😉 Leuk experiment toch? Doe je mee?