Pieter Sijbesma ging een aantal jaren geleden nog om 7 uur ’s morgens als lasser bij zijn baas aan de gang. Nu geniet hij - samen met zijn vrouw en kinderen - van zijn vrijheid als biologisch pluimveehouder.
“Voordat ik over ging op biologische leghennen in 2005, heb ik ook nog een aantal jaren vrije uitloop kippen gehad. Mijn voervertegenwoordiger opperde het idee om over te gaan op biologisch omdat deze markt erg aantrekt. Toen ik mij ging verdiepen in het biologisch boeren, werd ik steeds enthousiaster. Met name het aspect ‘dierenwelzijn’ spreekt mij aan”, aldus Pieter. Om het dierenwelzijn te borgen, zijn er diverse voorschriften waar biologische pluimveehouders zich aan moeten houden. Pieter legt uit: “Elke kip moet 4 m² weiland ter beschikking hebben. Dit heeft hij nodig om vrijuit te kunnen scharrelen en stofbaden. In de stalruimte delen 6 kippen samen 1 m², wat ook prima is omdat de kippen op stal graag dichter bij elkaar zitten. De snavels worden niet geknipt of gebrand en het voer is biologisch geteeld en duurzaam geproduceerd. Er moet altijd voldoende ruwvoer in de stallen zijn om de darmflora van de kippen op orde te houden. Daarnaast voeren we regelmatig natuurlijke vitaminen bij. De hennen mogen wel geënt worden, maar medicijngebruik is niet toegestaan. Omdat een maximale natuurlijke weerstand centraal staat, wordt het dier ook minder snel ziek en voorkom je onnodig medicijngebruik. Het resultaat is een smakelijk ei zonder synthetische kleurstof of restanten van antibiotica.”
Pieter koopt de leghennen als zij 17 weken oud zijn. Jong hennen, leggen vaker een ei dan oudere hennen. Om die reden blijven de hennen totdat zij 74 weken oud zijn. “Zodra de stallen leeg zijn, begint hier een grote schoonmaak. Het is namelijk er belangrijk om de veehouderij zo schoon mogelijk te houden. Ook met ontsmetten moet je weer rekening houden met de voorschriften. Het mag het milieu en de kippen niet belasten. Nadat alles schoon is, begint het proces weer van voor af aan.”