Naast Akkrum, pal achter de hoge watertoren, ligt op een prachtige plek aan de Nesker Sylroede de boerderij van de familie De Jong. Jappie de Jong is geboren en getogen op deze plek. Vanuit de tuin heb je zicht op de schapen die lopen te grazen op de twee percelen die zijn overgebleven van het boerenbedrijf uit Jappie’s jeugd.
Jappie groeit op deze boerderij op, zijn ouders melkten 25 koeien en boerden op de oude manier. Een trekker vond zijn vader dan nergens voor nodig, het paard deed nog altijd prima dienst. Jappie vertelt dat hij vroeger best eens een beetje gefrustreerd was als hij ‘s morgens om 4:30 uur met zijn paard en wagen het land in trok om te maaien en zijn buurman op de trekker voorbij vliegt.
Een ander pad dan zijn vader
Jappie besluit een ander pad als zijn vader te kiezen en wordt docent aan de zuivelschool in Bolsward. Als hij een vaste aanstelling krijgt, wordt van hem verwacht dat hij verhuist naar de regio zoals toen gebruikelijk was. In dezelfde periode ontmoet hij zijn Tineke die dan als juf voor de klas staat op een basisschool. Als de boerderij in Nes vrij komt, besluiten ze te verhuizen. Het land wat oorspronkelijk bij de boerderij hoort, wordt in gebruik genomen door familie. Er blijven twee percelen over waar ze wat schapen houden als hobby. Er komen kinderen en Tineke stopt eerst met werken. Jappie is dan nog altijd werkzaam als docent en geeft inmiddels les bij Van Hall Larenstein in Leeuwarden in de richting van voedingsmiddelentechnologie.
Op een dag komt Tineke na een bezoekje aan haar tante in Tzummarum enthousiast thuis. Ze zijn langs geweest bij een schapenhouder die zijn schapen melkt en er verse schapenkaas van maakt. Hoewel Jappie stiekem denkt dat haar plannen wel overwaaien heeft zij zin om haar handen uit de mouwen te steken. Haar plan wordt serieuzer. Alsof het lot ermee speelt, belt in die tijd de schapenhouder. Helaas moet hij afscheid nemen van zijn dieren en hij zou graag willen dat Jappie en Tineke de kudde overnemen.
Slapen achter een gipswandje in de stal
Inmiddels melken Jappie en Tineke nu samen van maart tot september alweer bijna 25 jaar, tweemaal daags, zo’n 20 schapen. De kudde geeft zo’n 40 liter per dag. In de stal staan de lammetjes die lekker warm in het stro bij het schaap liggen. ‘Boven, achter dat gipswandje, slapen wij’ vertelt Tineke. ‘We kunnen daar de dieren goed horen. Nu, tijdens de lammertijd worden we ’s nachts regelmatig gewekt, dan gaan we er samen uit om te helpen met de bevalling.’
10 weken blijven de lammetjes bij hun moeder in de stal waarna ze buiten het land in gaan en zich aansluiten bij de kudde. In de melkstal laat Jappie me twee flesjes zien, als middel tegen ontstoken uiers probeerde hij lange tijd op advies van de veearts penicilline. Het leverde echter geen verbetering op. Het homeopathische middel wat hij later ontdekte bleek wonderbaarlijk te werken als de uiers van het schapen ontstoken zijn. ‘Ik vraag mijn leerlingen vaak of ze geloof hebben in homeopathische middelen en vertel ze dan dit verhaal. Ik hoef niet meer te twijfelen of het werkt,’ aldus Jappie.
Ze eet je de verse schapenkaas
4 à 5 keer per week maakt Tineke schapenkaas. De gepasteuriseerde schapenmelk wordt gestremd en de wrongel gesneden en licht geperst. De kaasjes worden zonder toevoeging verpakt in plastic bakjes met wei. De kaas die ’s morgens wordt gemaakt, kan dezelfde dag al worden gegeten. Het is een supervers product, maar maximaal een week houdbaar. De typische Friese lekkernij, die vooral bekend is in het noordwesten van de provincie, eet je met wat peper en zout op toast of roggebrood, in combinatie met tomaat en verse kruiden op een boterham of als mozzarella in een salade. Probeer je het ook eens?
Mis niets, schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Wekelijks de mooiste verhalen van onze boeren en als eerste de producten van het seizoen in jouw mailbox.